Biografie
De zin om te tekenen heeft Wouter Krokaert ertoe gebracht grafische vormgeving te studeren. En het is tijdens die studies dat hij de dans heeft leren kennen, dans als een manier om een antwoord te bieden op die zelfde zin. Tekenen en dansen zijn voor hem twee middelen die hem in staat stellen om enerzijds zijn kijk aan te scherpen en anderzijds die kijk te delen met de andere. Bij het tekenen op papier zet Wouter een stap achteruit om beter te kunnen observeren. Bij het dansen zet hij weer een stap vooruit om in het onderwerp binnen te dringen, maar nog steeds gaat het om een observatie. Beetje bij beetje zijn verschillende media en disciplines elkaar gaan aanvullen en dat tekenen gaan verrijken.
Het heeft tot samenwerkingen geleid, o.a. met Meg Stuart en Gary Hill, Rachid Ouramdane, Claude Wampler, Emmanuelle Huynh, Yukiko Shinozaki en Heine Avdal, Pieter Ampe, Barbara Mavro Thalassitis, Marc Vanrunxt, Germaine Kruip, Mette Edvardsen en gedurende een langere periode met Christian Rizzo.
Tekeningen werden gemaakt voor de Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel, voor het Musée de la Mode et du Textile in Parijs, of ze werden getoond tijdens tentoonstellingen in bijvoorbeeld Espace le Carré in Lille, la Maison Grégoire in Brussel, museum M in Leuven, het Lux in Valence of in la chambre d’écho in het ICI –CCN in Montpellier.
Zijn boek Paysage avec Jeanne – waarin hij zijn tekeningen confronteerde met die van Jeanne Le Peillet – werd uitgegeven bij Frémok. Hij maakte de performance Kanttekenigen en sinds enkele jaren geeft Wouter Krokaert les aan de faculteit architectuur van de KU Leuven, op de campussen Sint-Lucas Brussel en Gent.
In residentie Composities in het wilde weg
04.02.2019 – 09.02.2019
Aan de hand van verscheidene media observeer ik mijn omgeving. Ik rafel daarmee het landschap uit om er dieper in door te kunnen dringen. De keuze een bepaald medium te gebruiken komt voort uit de zin me te concentreren op een aspect uit het geheel. Zo gaat het me bij het tekenen met potlood op papier om lijnen, richtingen, contouren, terwijl fotografie me in staat stelt kleur en de werking van licht nader te bestuderen. Binnen mijn performance Kanttekeningen toonde ik aan dat voor mij het werken als danser en choreograaf ook een vorm van tekenen is, en ging ik dieper in op zowel de verschillen als gelijkenissen tussen dat tekenen met mijn lichaam in de ruimte en het tekenen op papier.
Een volgende, in 2017 ondernomen stap, was het creëren van objecten en andere ruimtelijke beeldelementen waarin die verschillende bevindingen samenstromen. Deze elementen vormen geen eindpunt, ze zijn gemaakt om als basis te dienen voor een nieuw landschap, een landschap waarin ik op zoek wil gaan naar iets dat mij essentieel lijkt, iets dat ik hoop te vinden door te plaatsen en te verplaatsen, te schuiven en te verschuiven, ergens op het raakvlak tussen bijna niets en net te veel, ergens tussen wildernis en compositie, tussen ogenschijnlijk chaotisch en schijnbaar gecomponeerd.