Yu is een “expanded performance” (uitgebreid optreden) over onderzoek naar organische wijsheid via gefasci(a)neerde aandacht in een viscerale tuin.

Dit onderzoek gaat niet zozeer over de essentie van viscerale organen, dan wel over de complexe correlaties van organen en het leven. Organische wijsheid gaat over het gevoel van leven met verwijzing naar het bestaan van viscerale organen. Naarmate gefasci(a)neerde aandacht het

bewustzijn uitbreidt naar de ambiguïteit tussen het inwendige en het uitwendige, het zichtbare en het onzichtbare, het materiële (vlezige) en het immateriële (energetische) ontdekt de uitvoerder manieren om het lichaam te voelen, te ontroeren en te bewegen met deze archaïsche, organische en spontane wijsheid die de viscerale organen altijd bieden aan het leven.

Elk van hen zou opgevat kunnen worden als onafhankelijk orgaan – zonder de andere – en ook als een collectieve houding, correlationaliteit, co-existentie t.o.v. het leven. Viscerale organen, met hun onduidelijkheid ten aanzien van inwendig-uitwendig, zichtbaar-onzichtbaar, materieel(vlezig)-immaterieel(energetisch), vormen een radicale manier om in diverse lagen van ruimtelijkheid en tijdelijkheid te duiken. Ze lijken moeilijk te vatten met de taalkundige categorieën en sociocultureel geproduceerde eigenschappen/uitdagingen van het lichaam, zoals inwendig/uitwendig, zichtbaar/onzichtbaar, verachtelijk/mooi, zwart/wit, Europees/Aziatisch, het Westen/het Oosten, naakt/gesluierd, donker/verlicht, open/gesloten, leven/dood, verleden/heden enz.

Naarmate al deze categorieën dichter bij organen komen, glijdt er altijd iets over de gladde grond van de viscerale organen. Geen van deze eigenschappen zou de dynamiek die in hen leeft kunnen begrijpen. Wat voor relaties zou men kunnen ontdekken als men hen zou beschouwen als een dynamische levende verwijzing voor ontwrichte tijdelijkheden, ruimtelijkheden en lichamelijkheden. Viscerale organen, met hun onduidelijkheid ten aanzien van inwendig en uitwendig, zichtbaar en onzichtbaar, materieel (vlezig) en immaterieel (energetisch), vormen een radicale manier om in diverse lagen van ruimtelijkheid en tijdelijkheid te duiken.

Dit werk is een poging om op een provocatieve en productieve manier te denken over lichaam en leven; de elektromagnetische sferen waar alle harten/ingewanden/magen mee resoneren, die beroeren – betekenis, werkelijkheid en leven. Stilte en duisternis verwelkomen de ongeziene en onhoorbare aanwezigheid diep binnen in het lichaam. Met/in de stilte van de gespierde grond is het misschien tijd voor de organen om te dansen, de wereld dooreen te schudden en te laten beven!